You voted on November 22nd. The previous times that you were allowed to vote at the Second Chamber elections, did you: always vote as well; did you sometimes not vote; or did you never vote before this?
U hebt op 22 november gestemd. Hebt u de vórige keren dat u mocht stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen: ook altijd gestemd; hebt u soms niet gestemd; of hebt u hiervoor nog nooit gestemd?
When did you decide not to vote, was that: on election day; the last days before the elections; the last weeks before the elections; a few months before; or did you know longer beforehand what you were not going to vote?
Wanneer hebt u besloten om niet te gaan stemmen, was dat: op de dag van de verkiezingen zelf; de laatste dagen voor de verkiezingen; de laatste weken voor de verkiezingen; een paar maanden van tevoren; of wist u al langer van tevoren dat u niet zou gaan stemmen?
And how much trust do you have in general in the elections? Is that: very much; much; not much but also not little; little; or very little trust.
Hoeveel vertrouwen hebt u in het algemeen in een eerlijk verloop van de verkiezingen? Is dat: zeer veel; veel; niet veel maar ook niet weinig; weinig; of zeer weinig vertrouwen.
There are different ways to vote: with a voting machine or with a ballot paper. How much trust do you have in voting with a voting machine, is that: very much; much; not much but also not little; little; or very little trust?
Er zijn verschillende manieren waarop kan worden gestemd: per stemcomputer of met een papieren stembiljet. Hoeveel vertrouwen hebt u in stemmen per stemcomputer, is dat: →
And in voting with a ballot paper? Is that: very much trust; much trust; not much but also not little; little trust; or very little trust.
En in stemmen met een papieren stembiljet? Is dat: Zeer veel vertrouwen; Veel vertrouwen; Niet veel maar ook niet weinig vertrouwen; Weinig vertrouwen; of Zeer weinig vertrouwen.
If you were able to choose, what would you prefer. Is this: voting with the voting machine; voting with a ballot paper; or do you not have a preference?
Als u zou kunnen kiezen, wat zou dan uw voorkeur zijn. Is dat: stemmen met de stemcomputer; stemmen met een papieren stembiljet; of hebt u geen voorkeur?